Prins Bernhardstraat 005

Het Bieleveldthuis

Toon Bieleveld getrouwd met Betsy van Ree

Toon was koster voor de R.K. kerk, verder handelde hij in sigaren, sigaretten en kolen en zijn vrouw Betsy was modiste en had een hoedjeswinkel.
Zoon Fons getrouwd met Els gingen verder met de handel op nummer 7 en hadden er tevens een transportbedrijf voor meel bij, later verhuisde de winkel naar Lichtenbergseweg 4 en opende Biely Sport een winkel in rookartikelen, sportprijzen,  sportkleding en sportschoenen 

Paperclip Jan Mulder met Dorrie Bieleveld

Creative style Simone Kaak- Mulder

Een letterraadsel van het "Bieleveldthuis" te Silvolde. door W.G.J. van Ree te Malden

Een huis vertelt iets aan voorbijgangers. Het doet dat bijvoorbeeld door zijn architectuur, zijn staat van onderhoud, zijn tuin. Op deze wijze komen wij iets te weten over de bewoners, maar ook over de bouwers en het verleden van dit huis. Een van de middelen, waarmee een huis soms iets aan oplettende passanten wil meedelen is het muuranker. Deze ijzeren stangen, die in oudere huizen muren en balken bij elkaar houden, zijn ieder van ons bekend. Meestal bestaan ze aan de buitenkant uit een eenvoudige staaf. Maar we kennen allen huizen, waar ze benut zijn om het bouwjaar van het pand aan te geven. Ook bij Prins Bernhardstraat 5 te Silvolde (ik noem dit het "Bieleveldthuis") was dit het geval. "Was", want in de loop van verschillende kleinere en grotere verbouwingen zijn deze ankers eerst vanuit het huis in een muurtje verplaatst en later hij het verwijderen van het muurtje in een schuurtje opgeborgen. Jammer genoeg voor de voorbijgangers, want toen die ankers een jaar geleden uit het schuurtje te voorschijn werden gehaald, bleken ze een verrassing te bevatten. Er dook, buiten de vier "cijfer-ankers" die samen het bouwjaar 1832 aangeven, nog een vijfde exemplaar op, dat de vorm van een medaillon heeft. De huidige bewoners herinneren zich, dat het medaillon tussen de 8 en 3 van het jaartal in de muur heeft gezeten. Kennelijk heeft het dus iets met bouw en bouwjaar te maken. Maar wat?  Het bevat, zoals de tekening aangeeft de volgende serie letters IVDP&IBM. De streekarchivaris de heer Dorrestijn en het Rijks Archief in Arnhem opperden als enige hun bekende mogelijkheid de beginletters van de naam van de bewoner of de bouwer. Maar de bouwer van destijds, voorvader van de huidige bewoners, de familie Bieleveldt, heette Lucas Gras. Geen enkele letter van deze naam komt op het medaillon voor. Wat nu? De oplossing begint bij het rare tekentje. Het zou een primitief vlammetje kunnen zijn. Stel dat dit klopt, dan blijven de letters eromheen volkomen onbegrijpelijk, zolang we ervan uitgaan dat het Nederlands moet zijn. Het Latijn echter biedt meer mogelijkheden. Daar bestaat een zegswijze: "per flamman ignis", wat "door een vlam van vuur" betekent. De P en de I voor en na het vlammetje kloppen hiermee. Wanneer de D daaraan voorafgaand "destructa" zou aanduiden, dan staat hier dus dat dit huis in 1832 door brand is verwoest. Blijven over: I V en B M. Wanneer de eerste twee bij elkaar horen, wat aannemelijk wordt door de rechtop  staande linker poot van de V; dan zou die brand in de 4e maand, april, geweest zijn. De resterende letters: B M zijn moeilijk te verklaren. In Latijnse grafschriften betekenen ze echter "bene meritus (of merita)": "na een verdienstelijk leven". Alles bij elkaar zouden de ankers dan het volgende vertellen: "Dit huis is in 1832 gebouwd, nadat het, na bewezen diensten, in april van dit jaar door brand werd verwoest". Deze verklaring van het letterraadsel lijkt niet onaannemelijk. Er moeten echter nog enkele vragen worden beantwoord.

1. Was er in april 1832 brand in Silvolde? Ja! Zie daarvoor Met het oog op Silvolde (1) en nog een andere nuttige uitgave: Die goeie ouwe tijd  in Wisch (2). In de laatste staat een proces verbaal gepubliceerd, waarin Lucas Gras t.o.v. de rechter Pliester van Terborg en Burgemeester Dericks van Wisch al op 2 april 1832 het volgende verklaart: "Zondag nacht, den Eersten dezer omstreeks een uren, hoorde ik roepen brand; op dit gerucht begaf ik mij het bed uit ging naar dedeel, om de koei te redden en zag toen, dat de vlam reeds door den gevel sloeg van mijn huis. Ik heb vervolgens niets meer dan de huisklok kunnen redden, terwijl de vlam zoodanig toenam, dat men niet meer in huis konde doorbrengen: Oorzaken van den brand weet ik niet, doch ik heb wel hooren zeggen, dat mijn buurman, Reind Noij wat roekeloos was met vuur of licht, Mijn huis is gewaarborgd in de Brusselsche Maatschappij voor een som van Achthonderd Guldens".

2. Was het technisch en maatschappelijk mogelijk om het huis nog binnen dat jaar te herbouwen? H.L.J. Kolks laat zien, dat ook het "wevershuus" in Silvolde binnen het jaar werd gebouwd. "Dat er binnen enkele maanden een huis kon staan was in die jaren gewoon", zegt hij in een (aanvullend) artikel over het "Klompshuus" in Silvolde (3).  De som van achthonderd gulden verzekeringsgeld moet voor de herbouw ook voldoende zijn geweest, want op 3 april ontvangt de burgemeester al een brief van de Officier bij de Rechtbank van Zutphen, waarin hij veronderstelt, dat "men wellicht om de te hooge assurantie de brand heeft gesticht".

3. Was er in Silvolde iemand aanwezig, die genoeg Latijn kende om zo'n muuranker te kunnen samenstellen? Ja, want sinds 1692 was er een zelfstandige katholieke statie Terborg-Silvolde, waar Bernard Hogenreinder uit Emmerik geboortig tussen 1805 en 1838 pastoor was (4). Deze man, die waarschijnlijk in Terborg heeft gewoond, zou Lucas Gras de tekst voor het medaillon hebben kunnen leveren. Waarom? Hing dit samen met belangrijke relaties, die Lucas in Terborg bezat? Wellicht kunnen we hier in een volgend artikeltje nog iets over schrijven.

Tot slot van dit verhaal nog een verzoek. Bovenstaande verklaring van de letters in het muuranker lijkt mij aantrekkelijk en waarschijnlijk, maar hij is tot zekere hoogte uit de duim gezogen. Ik zou graag weten of er  voor dergelijke "letterraadsels" een traditie bestond; of er in de, eventueel verre, omgeving nog dergelijke ankers bekend zijn. Reacties in of buiten dit blad stel ik zeer op prijs!

Noten;

1. H.L.J. Koks en B.J. Dorrestijn. 'Met het oog op Silvolde'.    2e ed. 1989, 1e deel, pag. 87.

2. L.E. Bruil Traanboer en J.W. Bruil Traanboer-Veldhuis,     "Die goeie ouwe tijd ....? in Wisch.", pag. 155.

3. Contactorgaan ADW, dec. 1989, pag. 51.     4. "Met het oog op Silvolde.', pag. 66,90.

Het muurijzer is nog in het bezit van Jan en Dorry Mulder en is niet meer op de gevel aanwezig.

Bron: Bulletin Old Sillevold voorjaar 1998

SilvoldePediA
Hoofdstraat 85
7061 CH Terborg
E-mail: robbiew52@gmail.com